Bent u invalide? Voor het echie

Bent u invalide?

Geregeld moet ik naar de dokter. Ik ben er als het ware kind aan (zieken)huis. Die bezoekjes leveren geregeld een avontuur op. De ene keer is zo’n ziekenhuisavontuur dieptriest, een andere keer juist erg amusant en soms is het zo triest dat het weer vermakelijk wordt. Over zo’n laatste geval vertel ik je deze keer in ‘Bent u invalide? Voor het echie’.

Onder het mes

Ik ben bijna wekelijks in het ziekenhuis te vinden en in deze periode zelfs voor wat opnames en chirurgische ingrepen links en rechts. Onlangs mocht ik weer onder het mes voor een open wond die na acht maanden nog niet geheeld was. In februari kon je al eens lezen over een soortgelijke operatie en het avontuur van de bijna klassieke beenverwisseling. Over ingrepen ‘links en rechts’ gesproken. Deze keer zette de dokter opnieuw de scalpel erin, maar had hij gelukkig geen enkele twijfel over de aangedane zijde.

Foto van de ingang van het Sint Jansdal Ziekenhuis in Harderwijk waar ik in vrijheid met de handbike naar toe kon voordat corona of covid-19 in Nederland kwam.

Bijzonder weerzien

Het begon allemaal bij mijn wekelijkse wondcontrole. De wondverpleegkundige fronste haar wenkbrauwen bij het zien van de wond en riep er een dokter bij. Die kende ik persoonlijk, dus dat was op zich al een bijzonder weerzien. Hij trok het verbandje eraf en zijn gezicht sprak boekdelen. Wat dat betreft had zijn “Oei” als begeleidende conclusie niet eens gehoeven. Na een beetje peuren in de wond, klonk zijn oordeel dat hij de volgende dag al wilde opereren.

Verlengstuk van mijn lijf

Zo kwam ik een dag later terecht op de verpleegafdeling van het ziekenhuis. De intake volgde en ik probeerde wat minder gevat te reageren op de fout gespelde naam op mijn polsbandje dan de vorige keer. Twee polsbandjes trouwens! Mijn rolstoel kreeg er ook één namelijk. En zonder dollen, dat vind ik eigenlijk supertof van het ziekenhuis. Niet alleen voorkomt dat het onrechtmatig lenen of kwijtraken van mijn maatwerk hulpmiddel. Het voelt ergens ook een beetje als erkenning dat mijn TNS Notos gezien werd als een verlengstuk van mijn lijf en niet als een lastig stuk ijzer met wielen. ‘So far so good’, zou je denken.

foto van een polsbandje aan mijn rolstoel in het ziekenhuis voelde als erkenning dat mijn maatwerk TNS Notos een verlengstuk is van mijn lijf

Bent u invalide?

Na de plichtplegingen ging de zuster ons voor naar de kamer, een vierpersoonszaaltje deze keer. En terwijl de verpleegster nog bezig was met de uitleg over mijn operatiehemd, klonk vanuit de overkant de stem van een hoogbejaarde dame: “Hé, een nieuwe buurman!”
Ik: “Goedemiddag mevrouw.”
Ze had mijn rolstoel kennelijk opgemerkt en zonder teruggroeten vervolgde ze: “Bent u invalide?”
Ik besloot de nogal botte vraag vooralsnog te negeren en eerst de spullen in mijn kastje te leggen en afscheid te nemen van mijn lieftallige eega.
Het bewoog de oudere dame om dan maar harder te roepen: “BENT U INVALIDE?”
Geagiteerd vanwege zoveel ongeremdheid dacht ik haar vraag te pareren: “Ach, lopen is niet mijn hobby.”
Overbuurvrouw: “WATTUH?”

Ook seniel

Ik glimlachte maar naar de oudere dame en bedacht dat ze wellicht wat warrig was. Ik probeerde mijn hoofd te verbergen in een tijdschrift, maar die hint kwam helaas niet door. Mijn glimlach had uitgenodigd tot nog meer vragen. En mijn rolstoel had haar het idee gegeven dat ik dan vast ook seniel moest zijn, dus ze vervolgde luidkeels en in losse lettergrepen: “WORDT U OOK GE-O-PE-REERD?”
Ik [zuchtend]: “Jazeker mevrouw.”
Overbuurvrouw [wijzend naar mij alsof ik niet doorhad aan wie ze de vraag stelde]: “WAAR-AAN?”
Ik: “Aan mijn v…”
Nog voor ik mijn zin kon afmaken, volgde haar relaas over haar gebroken been, haar pijn, het lange wachten, haar slechte stoelgang en het feit dat ze geen rust kreeg in het ziekenhuis. En dat nog steeds in tergend langzame en luide bewoordingen.

foto van een poster met een schildpad als tropische achtergrond op de muur van het ziekenhuis Sint Jansdal

Lastig vallen

Niet eerder voelde ik me zo opgelucht dat de verpleging mij kwam halen voor een operatie. De overbuurvrouw richtte haar verbazing op de mannelijke patiënt naast haar: “Hij mag zelfs eerst! Hij is invalide. En ik wacht al zo lang. Waaraan wordt u geopereerd? Ik ben gevallen, weet u? Ik heb een gebroken been. Dat doet zo’n pijn! Ik hoop dat het eten goed is vanavond, want ik kan nu al zo slecht poepen. Ze blijven me hier ook maar lastig vallen. Ik kan niet eens een dutje doen…”
Terwijl ik door de verpleegsters de kamer uitgereden werd, hoorde ik nog net de wanhoop in zijn stem richting één van de zusters: “Kunt u er alstublieft voor zorgen dat ik vanavond weer naar huis mag?”

Over de auteur

2 gedachten over “Bent u invalide? Voor het echie”

  1. Heftig aquarium boven dat bed ook.

    Ik hoop dat je operatie goed is gegaan. Je antwoord op de vraag of je invalide bent is wel erg grappig, maar waarschijnlijk heb je die vraag eerder gehad. Eigenlijk wel heel sneu, zo’n buurman.

    Beantwoorden

Plaats een reactie