Verborgen privémuseum
Ik heb al vaker geschreven over mijn bijzondere ontmoetingen met mensen. Pas geleden kon ik weer een ervaring aan mijn lijstje toevoegen. Een heel prettige ervaring overigens en fascinerend bovendien. Ik rolde het voor de buitenwereld verborgen privémuseum binnen van de uniformenman.
Ik noem hem de uniformenman
Daarom heb ik er ook geen foto’s van gemaakt. De collectie bevat enkele unieke en zeer waardevolle stukken. Sommige daarvan qua financiële waarde, maar evenzoveel hebben een grote historische waarde. Ik noem de man ook niet bij naam. Hij is nogal gehecht aan zijn privacy en veiligheid. Hij houdt niet van pottenkijkers. Ik noem hem daarom maar de uniformenman.
Batons
Hoe ik dan bij hem terecht kwam? Dat is eigenlijk een beetje toeval. Wie mij al wat langer kent, weet dat ik voor mijn ‘gewone’ baan soms een ceremonieel tenue van mijn uniform draag. En op dat ceremoniële tenue horen ook de nodige versierselen, zoals batons. Batons zijn die kleine gekleurde stoffen vlakjes die je wel eens op uniformen ziet. Soms zit er nog een extra zilver-, brons- of goudkleurig element op. Die batons horen bij medailles, onderscheidingen die je bijvoorbeeld als militair, politiemedewerker of justitieambtenaar kan ontvangen bij bijzondere verdiensten.
De uniformenman maakt medailles en batons op
Een tijdje geleden ontving ik een medaille met een baton voor bepaalde werkzaamheden die ik in het verleden uitvoerde. Daar ben ik trots op, dus die wil ik weer netjes bij de eerdere batons op mijn uniform dragen. Dat noem je ‘opmaken’. Een soort juwelier voor het opmaken van medailles en onderscheidingen maakt dan die batons aan elkaar. Dat moet natuurlijk netjes en in volgorde volgens een vastgesteld protocol. Ik zocht voor dat specialistische werk een adres bij mij in de buurt. Zo kwam ik bij deze uniformenman terecht.
Erehaag van paspoppen
Na een kort telefonisch overleg nodigt hij mij bij hem thuis uit. De uniformenman staat me in de deuropening al op te wachten. Ik weet niet wat ik zie als ik zijn appartement in rol. Alsof je een scene van een oorlogsfilm binnenstapt waarin een oude generaal thuis roemruchte slagvelden in miniatuur heeft nagebouwd. Maar dan met uniformen en onderscheidingen. Een complete erehaag van zeker vijf paspoppen verwelkomt mij in de smalle entree. En elke paspop staat strak gekleed in uniform, ieder van een ander krijgsmachtonderdeel. De muren in zijn halletje hangen vol met ingelijste medailles. Al in die hal start onze conversatie.
Compassie voor de uniformenman
Ik had vooraf al wel aangegeven dat ik in een rolstoel zit en dat had hem kennelijk geïnteresseerd. Vaak vind ik het erg ongepast als de eerste vraag over de reden van mijn rolstoel gaat. Maar soms zie je aan de blik in iemands ogen een soort wederzijds begrip. Zo ook deze keer. De uniformenman is ziek, ernstig ziek zelfs. Ik voel compassie voor deze vriendelijke heer op leeftijd wanneer hij een deel van zijn levensverhaal met me deelt.
De eigen wereld van de uniformenman
Zijn nooit vervulde droom om het leger in te gaan, heeft hij gecompenseerd in een meer dan zestig jaar durende verzamelwoede van uniformen en onderscheidingen. De uniformenman heeft daarmee zijn eigen wereld gecreëerd. Een wereld waarin hij zijn verdriet en eenzaamheid kan vergeten. Die wereld met zijn verzamelde uniformen en medailles geeft hem ook een stukje trots. Dat blijkt wel als ik mijn verwondering uitspreek over wat ik tot dan toe zie. Of ik ook even in zijn woonkamer wil kijken.
Scheidslijn tussen fascinerend en creepy
Hij opent een deur die grenst aan zijn halletje. Ik kijk een wat donkere ruimte in. Met een lichte bemoediging dirigeert hij me de kamer in. De gordijnen zijn dicht om het schadelijke zonlicht buiten te houden. De UV straling zou immers de stoffen van de uniformen en medailles kunnen laten verkleuren. De scheidslijn tussen fascinerend en creepy is dun, want rondom zijn bankstel en televisie zie ik nog een stuk of vijftien paspoppen. Ze staan in een kringetje eromheen, strak in het gelid. De uniformenman heeft elke paspop aangekleed met een ander tenue.
De zeldzaamste onderscheidingen
Als ik mijn ogen de kost geef, zie ik om me heen het veelvoudige aan insignes, batons en medailles dan dat er in het halletje aan de muur prijkten. Allemaal strak geordend in lijstjes, alsof ze met militaire precisie zijn uitgelijnd. Het betreffen complete series van allerlei rangen en standen én nagenoeg alles is origineel. Zelfs de zeldzaamste onderscheidingen van het Engelse en Nederlandse koningshuis kennen een plekje in dit privémuseum.
Van onze koning
“Deze heb ik van Zijne Koninklijke Hoogheid gekregen.” De trots in zijn ogen verraadt dat het groengrijze uniform op één van de paspoppen daadwerkelijk aan onze koning toebehoorde. Met een bijna verontwaardigde toon volgt een uitleg over dat leden van het Koninklijk Huis in Nederland hun militaire positie verliezen wanneer ze koning worden. Het stuit hem tegen de borst, omdat dit in veel buitenlandse vorstenhuizen niet zo is. Maar daardoor kon hij wel dit unieke uniform bemachtigen.
Een eer
Ik kijk nog even rustig rond en we praten verder over enkele bijzondere items in zijn collectie. Of het aan mijn uitstraling ligt of dat mijn rolstoel ontwapenend werkt weet ik niet, maar ik krijg het gevoel dat het een eer is dat ik even de wereld van de uniformenman mag binnentreden. “Ik doe de deur niet voor iedereen open,” zegt hij streng.
Hij heeft ook een duidelijke mening over publiek toegankelijke musea. “Die zijn vast jaloers, maar ik leen ze niets. Dan eindigt het in een stoffige hoek. Die weten niet hoe ze er mee om moeten gaan.” Op de lijstjes en geüniformeerde paspoppen kan ik inderdaad geen stofje vinden. Wat dat betreft had hij de discipline van het leger prima aangekund.
Collectie is nog niet compleet
Wanneer de korte, maar indrukwekkende rondleiding klaar is, wordt het tijd om mijn batons tijdelijk bij hem achter te laten. Hij geeft aan er een paar weekjes voor nodig te hebben om ze op te maken. Of ik bij het weer ophalen de bijbehorende medailles mee wil nemen om te laten zien. Dat doe ik uiteraard. Als ik vertel dat van één van die medailles er slechts een stuk of vijftig uitgereikt zijn, zie ik de ogen van de uniformenman oplichten. Hij heeft honderden, zo niet duizenden, verschillende medailles in bezit, maar deze kent hij nog niet. Ik hoor de uniformenman bijna denken. “Mijn collectie is nog niet compleet…”
Met verbazing en plezier gelezen. Dank je wel dat je me even meenam naar binnen daar.
Mooi dat hij jou ontmoette. Even wat anders.