Direct socket + Kenevo computergestuurde knie = ‘Murphy 2.1’ bovenbeenprothese

In één van mijn vorige blogs schreef ik waarom ik mijn bovenbeenprothese de naam ‘Murphy’ had gegeven. Na ruim negen maanden revalidatie heeft ‘Murphy’ enkele upgrades gekregen, bijvoorbeeld met een Kenevo-knie. Sommige upgrades zijn eerst op voorlopige basis en andere zijn een absolute blijver, zoals de nieuwe ‘direct socket’-koker. Zo evolueerde ‘Murphy’ dus via ‘Murphy 2.0’ naar ‘Murphy 2.1’. Het hoe en wat achter die verbeteringen van mijn prothese lees je in dit blog.

Achterlopen

Ik heb al een tijdje geen blog gepubliceerd. Niet dat ik heb stilgezeten, want ik had een paar fantastische, nieuwe opdrachten gekregen, zoals voor SUPPORT Magazine en Gardeners’ World magazine én zelfs een heel bijzonder boekproject. Tel daar de voortgaande medische beslommeringen bij op en je hebt de perfecte receptuur voor het achterlopen met schrijfsels op mijn eigen website.

Flinke stappen

Via mijn social media hebben mijn volgers (volg me ook op Instagram) al wel het een en ander meegekregen dat mijn prothese er nu anders uitziet dan een paar maanden geleden. En dat is zowel een positief als negatief teken. Laat ik maar beginnen met het positieve en dat is dat het lopen inmiddels echt met flinke stappen (tja… sommige woordgrappen gaan vanzelf) vooruit gaat. Niet dat je me binnenkort met een marathon mee ziet doen, maar stapje voor stapje (yep…) kom ik steeds dichter bij mijn einddoel. Dat doel is om met de prothese aan in mijn rolstoel te kunnen zitten en dan wanneer ik het nodig acht even te kunnen staan en wat pasjes zetten.

Een foto van het onderlijf van een man zittend in een groene rolstoel. Het linkerbeen is een prothese ivm een bovenbeenamputatie. De prothesekoker is zwart. De bovenbeenprothese heeft de bijnaam 'Murphy'.

Leven kan raar lopen

Wel heb ik dat einddoel in de afgelopen revalidatieperiode wat moeten bijstellen. Ik had stiekem de hoop dat ik ooit nog zonder krukken zou lopen. Ik heb namelijk een hekel aan die dingen. Je hebt je handen dan niet vrij en omdat je die krukken dan ook ergens moet laten wanneer je onderweg bent met je rolstoel. Inmiddels heb ik dat doel gewijzigd naar het lopen met één kruk. Eigenlijk is dat sowieso al een pittig doel wanneer je bedenkt dat ik voor mijn rolstoelleven ook alleen nog maar met twee krukken liep.

Wat het extra lastig maakt, komt doordat er zich ook weer nieuwe fysieke ontwikkelingen hebben aangediend. Zo heb ik toenemende verlammingsverschijnselen gekregen, waarvan op dit moment allerlei medische onderzoeken gaande zijn om te achterhalen wat het veroorzaakt. Zo zie je maar weer dat het leven raar kan lopen (…). Voor dit artikel wil ik er nog niet te veel over uitweiden, maar ik denk dat je weinig fantasie nodig hebt om te begrijpen dat leren lopen met links een weggejorist been en rechts een deels verlamd been nogal uitdagend is.

Steeds meer onder de knie

Desondanks kreeg ik de techniek van het gaan en staan met de bovenbeenprothese dus wel steeds meer onder de knie (of eigenlijk boven de knie). Ook was na al die maanden een pijnlijke plek op mijn stomp zo goed als weg. Daarom bedacht het revalidatieteam samen met mij dat een meer geavanceerde prothese waarschijnlijk nog meer progressie gaf. Een zogenaamde computergestuurde protheseknie – met een microprocessor en een vernuftige hydrauliek – kan ten opzichte van een mechanische knie ondersteuning bieden bij gaan staan, gaan zitten, lopen en zelfs traplopen. De werking van de computergestuurde prothese helpt bovendien mijn steeds slechter wordende rechterbeen te ontlasten.

Een prothesemaker is een Kenevo computergestuurde AAK protheseknie aan het uitlijnen op een beenprothese van iemand met een bovenbeenamputatie. De uitlijning doet de prothesedeskundige met een kruislijnlaser van Bosch.

Leenbeen

Zo vervingen mijn prothesemakers van ForMotion Orthopedie (klik voor het filmpje) een paar weken geleden de ‘eenvoudige’ mechanische knie voor een zogenaamde Kenevo van Ottobock. Er bestaan nog geavanceerdere microprocessorgestuurde knieprothesen, maar de Kenevo past het best bij mijn activiteitenniveau. Ik mag de Kenevo protheseknie een aantal weken uitproberen om te onderzoeken en onderbouwen wat voor mij de meerwaarde is ten opzichte van mijn oude knie. Voorlopig is het dus nog een ‘leenbeen’ tot mijn zorgverzekeraar overtuigd raakt van nut en noodzaak. Over dat aanvraagproces volgt ongetwijfeld nog wel een blogvervolg.

Nieuwe ‘direct socket’ prothesekoker

Het bleef echter niet bij die computergestuurde elektrische beenprothese. Want terwijl ‘Murphy’ de prothese met die Kenevo evolueerde tot ‘Murphy 2.0’ kreeg ik kort daarop nog een aanpassing aan mijn kunstbeen. In de eerste periode na een amputatie slinkt een stomp vaak nog flink en dat gold ook voor mijn overgebleven stukje restbeen. De koker, zoals je de harde schaal van een prothese noemt waar je je stomp in plaatst, voelde dan ook niet meer goed. Ik vulde de ruimte al op met heel veel dikke stompsokken en ook de prothesemaker had met allerlei kussentjes getracht de stompkoker zo goed mogelijk passend te houden. Na bijna negen maanden viel er echter niet meer aan te ontkomen om een nieuwe prothesekoker te laten maken.

dr. Anton Johanesson van Össur geeft een clinic aan prothesemakers van ForMotion Orthopedie over het vervaardigen van een direct socket prothesekoker op de stomp van een man met een bovenbeenamputatie.

Direct socket van dr Johannesson

Toevalligerwijs kreeg ForMotion Orthopedie in die periode bezoek uit IJsland van dr. Anton Johannesson, de Clinical Manager of Prosthetics bij Össur. Dr. Johannesson ontwikkelde de ‘direct socket’, een systeem waarbij de prothesekoker direct op het restledemaat wordt gevormd in plaats van met gipsmallen. Het voordeel van zo’n direct socket is dat je diezelfde dag nog je prothese met de nieuwe koker kan meenemen en de pasvorm ook geoptimaliseerd wordt. De oorspronkelijke koker (zie dit filmpje) had ForMotion eveneens op die manier aangemeten, maar dr Johannesson kwam speciaal naar Nederland voor een clinic om zijn vakkennis en ervaringen over te dragen. Dus eigenlijk ging Johannesson hannesen (…) met de Nederlandse prothesemakers.

IJslandse prothesegoeroe

Zo volgde de vraag of ik voor die clinic wilde dienen als studiesubject. Dan hadden de prothesemakers een proefpersoon op wie ze de ‘direct socket’-techniek konden oefenen en ik had meteen een nieuwe en goed passende koker die onder auspiciën van de prothesegoeroe zelf was vervaardigd. Dat bleek inderdaad een win-winsituatie, waarmee ‘Murphy 2.0’ evolueerde naar een ‘Murphy 2.1’.

Op de stomp van een man met een bovenbeenamputatie wordt een koker gemaakt voor een beenprothese. De prothesekoker wordt volgens de techniek van direct socket gemaakt. In de fase op deze afbeelding zie je de basaltvezel mat om de amputatiestomp zitten en daaroverheen wordt een strakke siliconen hoes geschoven door twee prothesemakers om daarna op te vullen met een hars, zodat de stompkoker hard wordt.

Ik had zelf ook nog wat in de melk te brokkelen, want zoals bekend ben ik soms nogal eigenwijs. Zo wilde ik dat de koker hoger op mijn been aansloot in de hoop meer stabiliteit bij het staan te genereren. Een beetje een riskant verzoek, want een van de voordelen van zo’n direct socket is dat die niet zo heel hoog omsloten hoeft te zitten. Een lage koker maakt zitten met de prothese ook comfortabeler in vergelijking met de traditionele kokers die tot in je lies en onder je zitbot steken. De IJslandse prothesegoeroe kon echter wel wat met mijn verzoek en maakte samen met de Nederlandse prothesemakers de koker zo hoog als redelijkerwijs mogelijk is. Het resulteerde in een prothese die met de nieuwe koker echt als gegoten zit. Ongelooflijk wat een verschil!

Alternerend ipv harkend

Meteen bij het staan merkte ik al dat ik nu nog meer gewicht op de prothese kon zetten. Bij de dagen daarna tijdens de revalidatie liet zich het verschil ook zien in keiharde cijfers. Voor de aanvraag van de computergestuurde knie dien ik namelijk allerlei testjes uit te voeren met mijn revalidatieteam. Om even een paar verschillen te noemen:
– de tien meter looptest ging van 60 seconden naar 18 seconden!
– de zes minuten looptest ging van 93 meter naar 189 meter!

Bovendien kan ik met ‘Murphy 2.1’ alternerend lopen met krukken, dus om en om. Voorheen moest ik de twee krukken tegelijk naar voren zetten en dan bijna harkend een pas zetten. De alternerende pas ziet er niet alleen veel soepeler uit, zo voelt het ook voor mijn brakke lijf. Kijk maar eens naar dit filmpje van hoe ik nu loop!

Ralph Stoové staat voor het eerst op zijn vernieuwde beenprothese, genaamd 'Murphy 2.1'. Zijn bovenbeenprothese kreeg een nieuwe koker volgens de techniek van 'direct socket'. Daarnaast is de prothese nu tijdelijk uitgevoerd met een Kenevo computergestuurde protheseknie met een microprocessor. Ralph staat in een zogenaamde brug, zodat hij met beide handen een stang kan vasthouden voor het evenwicht. Om zijn niet geamputeerde been zit een hoge voorlopige orthopedische schoen met een ingebouwde spalk om het verlamde been te ondersteunen.

Panterprintje of een wrap?

Al met al dus een geslaagde ontwikkeling van zowel mijn revalidatie als van ‘Murphy’ de prothese. Sinds de evolutie naar de 2.1-versie ziet mijn beenprothese er trouwens ook iets anders uit. Sowieso is de knie dus anders en verminderde de omvang van de prothesekoker drastisch. De koker heeft ook een lichtere kleur. De hars die de prothesemakers gebruiken om het basaltvezel (het materiaal van de koker) te verstevigen tot de direct socket bleek namelijk per ongeluk blank ipv zwart. Het resulteerde in een wat panterprintachtig uiterlijk, maar dat mag de pret niet drukken. Misschien laat ik de koker namelijk nog eens wrappen. Iemand suggesties voor een leuk ontwerp?

Over de auteur

Plaats een reactie