Rolstoelgebruiker versus brilgebruiker
Hoe zou een brilgebruiker reageren als je tegen diegene hetzelfde zou zeggen als tegen een rolstoelgebruiker? Ik neem je daarom mee in een aaneenschakeling van momenten die ik als rolstoelgebruiker geregeld mee maak. De rollen heb ik alleen omgedraaid en overal het woordje ‘rolstoel‘ vervangen door het woordje ‘bril’. Bovendien kijk ik door de ogen van ‘Nieuwsgierige ikke’. ‘Nieuwsgierige ikke’ ontmoet brilgebruiker. Voelt u de ongemakkelijkheid ook?
[Click here for an English translation of the article]
Als brilgebruiker autorijden
Ik zag hem al even op de parkeerplaats bij het winkelcentrum. Het viel me op hoe hij met zijn bril bezig was tijdens het verlaten van zijn auto. Is dat er echt een? Een brilgebruiker? Ik bleef er een tijdje bij stil staan, starend naar hoe de man zich uit zijn auto werkte. Hij zag me volgens mij kijken, want hij keek op een gegeven moment terug. Wat een ongelooflijk inspirerend mens moest dat toch zijn, dat hij zich met die auto zo laat zien buiten. Dat hij als brilgebruiker überhaupt kan autorijden, eigenlijk. Tjonge!
Ik ken hem totaal niet
Ik vervolgde mijn weg naar de supermarkt. Zag ik dat nou goed? Daar in het gangpad van de broodafdeling? Laat ik er ook maar naar toe gaan. Ja echt, het is de brilgebruiker van de parkeerplaats. Ik doe nog een paar stappen dichterbij om hem eens goed te bekijken. Hoe bijzonder dat hij helemaal zelfstandig een zak krentenbollen uit het schap weet te pakken. Wow, mijn mond valt er zelfs een beetje van open, merk ik. Oh hij kijkt weer even terug. De brilgebruiker heeft een wat bedenkelijke blik. Ik ken hem totaal niet, dus laat ik maar een praatje maken.
Nieuwsgierige ikke: “Wat goed dat u hier komt zeg!”
Brilgebruiker: “Eh, ken ik u?”
Nieuwsgierige ikke: “Nee, maar ik wilde gewoon even zeggen dat ik het ontzettend knap vind hoe u zo met die… tja… eh… [ik vraag me even af of ik het woord wel hardop mag zeggen?] bril omgaat.”
Brilgebruiker: “Nou, ik doe gewoon mijn boodschappen zoals iedereen.”
Kent u ook…?
Nu ik een praatje ben begonnen, mag ik best wat jovialer doen. Dus terwijl ik mijn gesprek vervolg, tik ik even tegen zijn bril aan. Ik friemel zelfs even nonchalant met zijn brillenpootje: “Ze kunnen wat tegenwoordig hè? U bent vast heel dankbaar dat ze tegenwoordig zulke goede brillen maken?”
De brilgebruiker deinst een beetje terug na mijn aanraking en kijkt wat geschrokken. Hij lijkt zelfs bij me weg te willen gaan. Maar ik ga gewoon stoïcijns door met ons gesprek.
Nieuwsgierige ikke: “Kent u ook Hans Appelmans, dat is de broer-van-de-vriend-van-de-bakker-in-het-dorp-van-mijn-tante? Die gebruikt ook een bril!”
Brilgebruiker: “Pfff… alsof ik elke brilgebruiker ken.”
Wat de brilgebruiker eigenlijk moet doen?
Ik merk dat de gebruiker van de bril een beetje nors doet. Ik snap dat wel, want het is ook niet niks zo’n bril. Maar gelukkig heb ik wel wat ongevraagde adviezen voor hem.
Nieuwsgierige ikke: “Weet je wat je eigenlijk moet doen? Wat vaker zonder bril naar buiten. Gewoon een beetje oefenen. Dan zult u zien dat die bril steeds minder nodig is.”
Brilgebruiker: “Waar heeft u het over? Wat ik heb gaat nooit meer over hoor.”
Nieuwsgierige ikke: “Oh wat is er dan mis met u? Wat heeft u?”
Brilgebruiker: “Mis? Er is niets MIS met mij. Het gaat u bovendien niets aan wat ik heb. Ik vraag u toch ook niet naar uw medisch dossier?”
Heeft u al eens…?
Tjonge, het lijkt wel alsof de brilgebruiker een beetje geïrriteerd is vandaag. Gelukkig heb ik nog meer goede raad.
Nieuwsgierige ikke: “Heeft u al eens het worteldieet geprobeerd? Dat moet je echt doen hoor. Ik ken iemand die dat ook probeerde en inmiddels heeft hij geen bril meer nodig.”
De gebruiker van de bril zucht diep en schudt wat met zijn hoofd.
Nieuwsgierige ikke: “En anders CBD-olie. Echt een wondermiddel!”
Brilgebruiker: “Dank u vriendelijk, maar ik ga weer verder met boodschappen doen.”
Het lukt me wel
Ik zie de brilgebruiker inderdaad kijken naar een zak volkoren brood. Aangezien ik erg hulpvaardig ben, vraag ik: “Zal ik dat brood even pakken voor u?”
Brilgebruiker: “Nee hoor, dank u wel. Dat lukt me wel.”
Ik hoor wat de man zegt, maar ik luister niet. Het kan toch niet zo zijn dat iemand met een bril geen hulp nodig heeft? Kom, ik pak die zak brood gewoon toch voor hem.
Nieuwsgierige ikke: “Alstublieft!”
Ondanks mijn triomfantelijke blik, omdat ik trots ben dat ik iemand heb geholpen, lijkt de brilgebruiker helemaal niet blij.
Brilgebruiker: “Ik zei toch dat ik niet geholpen hoefde te worden? Vragen of ik hulp nodig heb is prima en anders vraag ik wel om hulp. Maar accepteer gewoon mijn ‘Nee, dank u’ als ik dat zeg.”
Zo zijn ze, die brilgebruikers
Tjonge, wat een ondankbaarheid van die brilgebruikers tegenwoordig. Laat ik dan nog maar een paar vragen stellen:
Nieuwsgierige ikke: “Kunt u nog seks hebben met zo’n bril?”
Brilgebruiker rolt met zijn ogen: “Vindt u het normaal om dat soort vragen aan een wildvreemde te stellen?”
Nieuwsgierige ikke: “Nou, het kwam gewoon in me op. Gebruikt u die bril ook echt 24 uur per dag, eigenlijk?”
Brilgebruiker: “Wat denk je zelf? Dat ik er in slaap?”
De brilgebruiker lijkt nu zelfs een beetje boos, grist nog een zak brood uit het schap en stiefelt bij me weg. Ik kijk hem nog zo lang mogelijk na. Ik ben namelijk nog steeds verwonderd. Dus zo zijn ze, die brilgebruikers?
[p.s. Mocht er trouwens een echte Hans Appelmans bestaan, dan berust enige overeenkomst en het gebruik van die naam op pure toeval.]
Met bril (!) Je verhaal gelezen. Schrijven kan je als de beste Ralph.
Dank je wel!