Teken-horrorfilm
Nu is het zo dat mijn lieftallige eega en ik, voordat we ons boshuisje betrokken, in een flatje midden in Nunspeet woonden. In die tijd (rond 2011) schreef ik deze blog. We waren toen al gek op de bossen, waar we dan ook veelvuldig indoken. Nee, geen pervers gedoe, maar lekker dineren tussen de dennenbomen of op de hei. En zonder tuin op drie hoog achter, was een uitstapje naar de natuur een heerlijke afsluiter van de dag. Zeker met zomerse temperaturen. Het hele artikel doet dan ook niets af aan de gezelligheid. Dat tijdens een van die tripjes zich een teek op mijn balzak had genesteld, veranderde zo’n uitstapje echter in een teken-horrorfilm.
Tekst: Ralph Stoové
Foto’s: David Sies & Ralph Stoové
Teken-ingen: Marjoleins Creations
(meer illustraties volgen)
Vers geplukte bramen
Een mooi picknickkleed om over het houten bankje te draperen en de rieten picknickmand met borden en bestek maakten het romantische plaatje compleet. Om onze vakanties naar Italië nog een beetje in herinnering te houden, genoten we van Italiaanse lekkernijen. En na afloop haalden we het toetje zo uit het bos: vers geplukte bramen.
Krioelende zwarte beestjes
Die bramen waren heerlijk en ik heb er best een paar schrammen voor over. Maar na het nuttigen bleek ik behalve een doornstruik aan mijn broekspijpen ook wat krioelende zwarte beestjes mee te hebben genomen naar het picknicktafeltje. Mijn genot van de natuur nam daardoor toch wel wat af. De koffie uit de thermoskan goot ik bij wijze van spreken zonder tussenkomst van een mok naar binnen, om me zo snel mogelijk richting huis te begeven.
Pas getrouwd
Vanwaar die paniek? Tja, het zal niet de eerste keer zijn dat een aantal teken geen genoegen nam met het bloed van een wild zwijn, ree of voor mijn part de irritant keffende hond van de buren. Ragasto’s verleden van pseudoboswachter vertelt ook het verhaal van teken die zich vastzuigen op de meest rare plekjes van het menselijk lichaam. Zo wist ik ooit ternauwernood zo’n bloedzuigend mormel van een uiterst gevoelig uiteinde te verwijderen, voordat deze zich kon vastgrijpen. Tja, en nog afgezien van het feit dat ze zich te goed doen aan mijn lichaamssappen, brengen die minuscule beestjes ook nog eens allerlei enge ziektes met zich mee. Nee, bedankt; ik spoor ze het liefst zo snel mogelijk op. Bovendien controleer ik dan meteen ook mijn vrouw even op teken. Als (toentertijd) pas getrouwd stel controleerden we elkaar dan ook suf…
Teek op mijn scrotum
Het kwaad was deze keer echter al geschied. Terwijl ik thuis de hitte van de zomerzon van me af douchte, zag ik zo’n klein zwart puntje. Had ik het goed gezien? Ik priegelde wat aan het puntje en ja hoor, het achterlijfje flopte zo een beetje heen en weer. Vrouwe Ragasto deelde mijn mening. Maar wat nu? Ik keek er nog eens goed naar en besefte ineens dat er gewoon een levend wezen in me zat te wroeten en dan ook nog eens… Jakkes! Dat mormel groef zich in op mijn scrotum. Een lichte paniek bouwde zich op en ik kon aan mijn lieftallige eega zien dat ze, zolang dat beest in me zat, ook even wat minder gecharmeerd was van mijn voorkomen. Nu heb ik in het verleden vaker met het bijltje gehakt wat teken betreft, maar die waren doorgaans wat groter en hadden een voorkeur voor een minder gênante en gevoelige plek. De tekentang kon me deze keer niet redden, zo klein was dit zwarte monstertje. En het uit mijn lichaam snijden, wat ik in het verleden al eens deed, leek me in dit specifieke geval ook niet een al te best idee. Gelukkig moest ik de dag erop toch voor werkzaamheden in een ziekenhuis zijn en ik besloot om daar mijn geluk maar te beproeven.
Grinnikend
Ik zat de rest van de avond al allerlei manieren te verzinnen, om mijn delicate probleempje kenbaar te maken bij mijn collega. Dit zodat hij wist wat ik ineens met zo’n verpleegster zou gaan doen en hij de meest vunzige grappen voor zich zou houden. Voorkomen was echter een sinecure, want ik had het nog niet verteld of hij vroeg zich al hardop af of de teek zich had volgezogen. Tja… Dan maar mijn toevlucht zoeken tot de eerste de beste verpleegster die ik tegen kwam. Wachten in ziekenhuizen en zo is toch al niet mijn sterkste punt. Dus de moed zonk me, naarmate ik langer wachtte, steeds meer in de schoenen. Dan maar meteen met de deur in huis vallen. Terwijl mijn collega zich grinnikend als een klein kind verschool achter een krantje, stapte ik op de verpleegster af.
Teek care
“Een teek zegt u? Oh die moet er zo snel mogelijk uit. De ziekte van Lyme, weet u. Dat wilt u echt niet. Waar zit het?” Vroeg ze hard op.
Mijn collega hoorde ik nog wat harder grinniken en ik keek de verpleegster wat schaapachtig aan. Mijn blik was genoeg om tot het lieve mens door te dringen dat ik een plek in mijn intieme zone bedoelde.
“Oh, eh… en u krijgt hem er niet zelf uit? Te klein? …De teek bedoelde u? Ik neem u wel even mee naar de eerste hulp. Dan doe ik het zelf wel even…”
Ik keek verschrikt naar mijn collega. Die lachte zich suf en wist nog net een kreet van succeswensen toe te schreeuwen: “Teek care!” Tja, lollig.
It teeks two
Aan de ene kant blij dat er iemand was die kennelijk bij machte was om het stuk ongedierte van mijn balzak af te peuteren, was ik aan de andere kant ook wat zenuwachtig. Ik moest nu immers mijn zaakje zo bij mijn klant onder haar neus schuiven. Maar wat ze ook probeerde, ook mijn Florence Nightingale kreeg lik op stuk van het mormel. Alleen het achterlijfje wist ze er af te trekken, terwijl ze een overduidelijk “Oeps…” ten gehore bracht. De spanning bouwde zich nu bij mij toch wel erg hoog op. Ik vroeg daarom of het niet beter was, als ik naar mijn eigen huisarts zou gaan. Maar Florence hield voet bij stuk en meldde dat het wezen er nu echt uit moest. Ze zou wel even een eerstehulparts er bij roepen: “It teeks two, hè?” vroeg ze, met een rood hoofd alsof ze zich schaamde voor haar eigen woordgrap.
Episch centrum
Uiteindelijk kwam ze terug met een wel heel olijke kerel. Volgens mijn Florence dus een arts, volgens mij een joker. Hij stelde zich voor en begon meteen aan zijn klus.
“Poging twee, oftewel teek two!” lachte deze medische rebel me toe. Hij greep naar een pincet en een klein mesje en begon zowaar enthousiast mijn tere huidje te bewerken. Ik slaakte een kreet van pijn. De arts keek me even over zijn brilletje aan. Of ik dat beestje er nu wel of niet uit wilde hebben, las ik in zijn blik. Ik knikte instemmend en de arts ging weer verder met zijn slachtpartij. “Just teeking care of business”, mompelde hij. Korte tijd later dacht de arts alle diersoorten uit mijn mannelijkheid te hebben verwijderd, maar mijn Florence was het er nog niet mee eens. Onder een grote lamp en een vergrootglas bestudeerden beiden nog even het episch centrum van mijn ongemak. Florence nam resoluut de pincet ter hand en wroette nogmaals in mijn tot krater verworden tekenbeet. “Nu is ie er echt uit”, riep ze blij en mikte zonder waarschuwen een klodder desinfectiemiddel op het slachtveld.
Deuk in mijn ego
Ik trok mijn broek weer aan en wist het duo nog te bedankten voor hun bewezen diensten ook. Wat wijdbeens en met de prikkende klodder desinfectiemiddel nog voelbaar waggelde ik terug naar mijn collega. De krant had hij inmiddels uit. Zodra hij me in het oog kreeg, begon hij alweer te grinniken. Of ik er last van had? Wat dacht hij dan na zo’n martelgang? Bovendien zat er niet alleen een deuk in mijn edele delen, maar ook in mijn ego nu ik mijn schaamte zo overduidelijk overboord had moeten zetten. Gelukkig toonde mijn collega zich uiteindelijk toch wel iets behulpzaam: “Ze hebben vast wel iets voor de pijn hier in het ziekenhuis. Er is toch altijd een huisapoteek?” Tja… gevat…
Sorry Ralph, maar zoals jij het vertelt vergeet ik bijna medelijden met je te krijgen. Wat een verhaal zeg.
Martin
Dat is ook helemaal prima hoor, Martin! Ik probeer altijd juist met een beetje humor de nodige ervaringen te benaderen. Fijn dat je het verhaal kon waarderen en hopelijk met een glimlach op je gezicht hebt gelezen.